Songs from the Heart

Advies van een boom


Laat af en toe een frisse wind door je bol waaien
Sta stevig en rechtop... lees meer

Een verhaal uit Afrika


Door de oase liep een man, Ben Sadok genaamd.
Hij was zo zwartgallig van karakter dat hij niets moois en gezonds kon zien zonder het te verwoesten...

lees meer

OM NOG EENS NA TE LEZEN:

DE TEKSTEN VAN ONS CONCERT HET LIED VAN BOMEN

Gedicht van Bert  Schierbeek


Het was alsof
de zon... lees meer

Onder de bomen


Vrienden zijn het, bomen

die gesprekken met je voeren...  lees meer

Bomen zijn heiligdommen


Bomen zijn de meest indringende predikers.
Ik vereer ze wanneer ze als volk en familie leven, en nog méér vereer ik ze wanneer ze alleen staan... lees meer

Tekst van Mansukh Patel


Hebben de bomen in het bos allemaal een mooie rechte stam?

Nee! Iedere boom heeft zijn eigen pijn, zijn eigen worsteling... lees meer

De drie bomen


Er waren eens drie bomen, die alle drie in een hevige storm een grote tak waren kwijtgeraakt...  lees meer

Hebben de bomen in het bos allemaal een mooie rechte stam?

Nee! Iedere boom heeft zijn eigen pijn, zijn eigen worsteling.

Iedere boom is wel ergens krom en knoestig:

Verwrongen door de omstandigheden,

Misvormt, omgehakt en gespleten door de bliksem,

Zijn bast beschadigd en door dieren aangevreten.

 

Een boom groeit niet zonder pijn of lijden,

Maar hij groeit uit volle glorie,

Omdat hij zijn pijn aanvaard en

Het hele proces zijn loop heeft laten hebben

zonder het te ontkennen.

 

 

Mansukh Patel

Het was alsof
de zon uit zich
zelf viel en
in een warme
golf licht
over de aarde
stroomde alles
werd zilver
en goud die
dag in het
bos van de bomen


Bert Schierbeek

Onder de bomen


Vrienden zijn het, bomen
die gesprekken met je voeren
je gedachten laten gaan
als hun bladeren
het licht laten schommelen.
Het zijn je vrienden, bomen.
Hun schaduw leggen ze
als een arm om je heen
als je alleen wilt zijn
en niet alleen wilt zijn.


Uit: Plint poëzie en beeldende kunst.
Schrijver: Fetze Pijlman

Een verhaal uit Afrika


Door de oase liep een man, Ben Sadok genaamd.
Hij was zo zwartgallig van karakter dat hij niets moois en gezonds kon zien zonder het te verwoesten.
Aan de rand van de oase stond een jonge palmboom in volle groei. Dat ergerde de man. Hij nam een zware steen en legde die midden in de kruin van de jonge palm.
Deze schudde en boog en probeerde de last van zich af te werpen, maar tevergeefs. De steen zat vast in zijn kruin.
De jonge boom groef zich dieper in de grond en zette zich schrap
tegen de stenen last. Zijn wortels staken uiteindelijk zo diep dat ze de verborgen waterader van de oase bereikten, en de stam groeide zo hoog dat de kruin boven elke schaduw uitkwam. Water uit de diepte en zon uit de hemel lieten de jonge boom uitgroeien tot een Koninklijke Palm. 
Na jaren kwam Ben Sadok terug om zich te verkneukelen over de
boom die hij bedorven had. Hij zocht tevergeefs. Toen boog de trotse palm zijn kruin, toonde de steen en zei: "Ben Sadok, ik moet je bedanken. Jouw last heeft me sterk gemaakt".


Uit: Dit moet je meemaken van Hans Boerkamp

Advies van een boom


Laat af en toe een frisse wind door je bol waaien
Sta stevig en rechtop
Laat je niet kaalplukken
Groei en bloei je hele leven
Laat los wat je niet meer nodig hebt
Drink veel water
Vergeet niet waar je wortels “roots” liggen
Wees buigzaam, maar laat je niet breken
Wees tevreden met je natuurlijke schoonheid
Haal je voedsel zoveel mogelijk vers uit de natuur, daar pluk je vruchten van
Je takken kunnen ver reiken als je wortels diep verankerd zijn
Biedt een schuilplek voor hen die het nodig hebben
Geniet van het uitzicht


Wendy Kamer, Lichtflits

De drie bomen


Er waren eens drie bomen, die alle drie in een hevige storm een grote tak waren kwijtgeraakt. De drie bomen waren elk op een andere manier met hun verlies omgegaan. Jaren later ging ik de bomen weer opzoeken. Gisteren heb ik ze teruggevonden en met hen gesproken.


De eerste boom rouwde nog steeds om zijn verlies en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien: "Nee, dat kan ik niet want ik mis een belangrijke tak." Ik zag dat hij klein was gebleven en in de schaduw stond van de andere bomen. De zon drong niet meer tot hem door. De wond was duidelijk zichtbaar en zag er naakt uit. Het was het hoogste punt van de boom. Hij was niet meer verder gegroeid.


De tweede boom was zo geschrokken van de pijn dat hij snel had besloten om het verlies te vergeten. Hij was moeilijk te vinden, want hij lag op de grond. Een voorjaarsstorm had hem doen omwaaien. Hij had zijn greep op de aarde verloren. De plek van de wond was moeilijk te vinden. Deze zat verstopt achter een heleboel vochtige bladeren en lag daar te rotten.


De derde boom was ook erg geschrokken van de pijn en de leegte in zijn lijf en hij rouwde om zijn verlies. Het eerste voorjaar toen de zon hem uitnodigde om te groeien, had hij gezegd: "Dit jaar nog niet." Toen de zon het tweede voorjaar weer terugkwam met de uitnodiging, had hij gezegd: "Ja zon, verwarm mij zodat ik mijn wond kan verwarmen. Mijn wond heeft warmte nodig opdat ze weet dat ze erbij hoort." Toen de zon het derde voorjaar weer terugkwam, sprak de boom: "Ja zon, laat mij groeien. Ik weet dat er nog zoveel te groeien is." De derde boom was ook moeilijk te vinden, want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk zou zijn geworden. Gelukkig heb ik hem herkend aan de dichtgegroeide wond die vol
trots in het zonlicht werd gehouden.


Uit: Vingerafdruk van verdriet, Manu Keirse

Bomen zijn heiligdommen


Bomen zijn de meest indringende predikers.
Ik vereer ze wanneer ze als volk en familie leven, en nog méér vereer ik ze wanneer ze alleen staan.
Ze lijken op eenzame mensen.
Niet op kluizenaars die om één of andere tekortkoming zijn weggeslopen.
In hun toppen ritselt de wereld, hun wortels rusten in het oneindige, alleen gaan ze niet daarin op, integendeel, ze streven met al hun levenskracht slechts naar één ding: ze willen hun eigen, in hen wonende wet vervullen, hun eigen gestalte opbouwen, zichzelf uitbeelden.
In hun jaarringen en vergroeiingen staan alle strijd, alle leed, alle ziekte, alle geluk en groei trouw genoteerd; magere jaren en jaren van overvloed, doorstane aanvallen, getrotseerde stormen.
Bomen zijn heiligdommen.
Wie erin slaagt naar hen te luisteren, krijgt de waarheid te horen.
Ze prediken geen leerstellingen en voorschriften, ze prediken, zonder zich om het individuele te bekommeren, de oerwet van het leven.
Als we treurig zijn en het leven eigenlijk niet meer kunnen verdragen, dan geeft een boom aan: kijk naar mij.
Je thuis is niet hier of daar, je thuis is in jezelf.
Wanneer we geleerd hebben naar bomen te luisteren dan krijgt juist het kortstondige en snelle, de kinderlijke haast van onze gedachten, een ongeëvenaarde blijmoedigheid.
Wie geleerd heeft naar bomen te luisteren wil niets anders zijn dan wat hij is.
Dat is thuis zijn. Dat is gelukkig zijn.


Uit: Herman Hesse, Wanderung, 1919

VOLG ONS

 © SONGS FROM THE HEART

unsplash